Beroepscode


Nationale Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgende

1. Uitgangspunten met betrekking tot het beroep

 1.1 Als verpleegkundige/verzorgende ben ik persoonlijk verantwoorde-

lijk voor de manier waarop ik zorg verleen.

Dat betekent met name

• dat ik de verantwoordelijkheid voor mijn handelen niet kan over-

dragen aan collega’s van mijn eigen of van andere disciplines.

1.2 Als verpleegkundige/verzorgende houd ik kennis en vaardigheden,

die nodig zijn voor een verantwoordelijke beroepsvaardigdheden, op peil.

Dat betekent met name

• dat ik 1 keer per jaar cursus volg over de vernieuwde stoffen van de zorg

• dat ik me oriënteer op en deelneem aan deskundigheidsbevorde-

rende activiteiten

• dat ik ervoor zorg dat mijn zorgverlening aansluit bij de

wetenschappelijke, beroepsmatige en maatschappelijke ontwikke-

lingen.

1.3 ls verpleegkundige/verzorgende verricht ik alleen handelingen die

binnen de grenzen van mijn deskundigheid liggen.

Dat betekent met name

• dat ik geen opdrachten en verantwoordelijkheden accepteer,

waaraan ik niet kan voldoen

• dat, als een handeling buiten mijn deskundigheid valt, ik mij

ervoor inzet dat een collega of andere zorgverlener, die de vereiste

deskundigheid wel bezit, de desbetreffende handeling verricht

1.4 Als verpleegkundige/verzorgende begeleid ik studenten en stagiaires

verpleging en verzorging bij de ontwikkeling van hun verpleegkun-

dige/verzorgende deskundigheid.

Dat betekent met name

• dat ik zorg voor een veilige leeromgeving

• dat ik studenten en stagiaires begeleid bij het ontwikkelen van

een goede beroepshouding

• dat ik studenten en stagiaires leer hun persoonlijke en professio-

nele grenzen te bewaken

dat ik er op toezie dat de studenten en stagiaires de beroepscode

als leidraad voor hun handelen gebruiken

• dat ik opensta voor de visie van studenten en stagiaires.

 1.5 Als verpleegkundige/verzorgende ondersteun en initieer ik activi-

teiten ter bevordering van de kwaliteit van zorg en de ontwikkeling

van het beroep.

Dat betekent met name

• dat ik de ontwikkeling en verspreiding van standaarden en richt-

lijnen ondersteun en daar zo mogelijk een bijdrage aan lever

• dat ik zorg voor het opbouwen en toepassen van ervaringskennis

• dat ik bijdraag aan het in praktijk brengen van de ontwikkelde

kennis en richtlijnen

• dat ik participeer in activiteiten van een beroepsorganisatie

 1.6 Als verpleegkundige/verzorgende lever ik een bijdrage aan een

veilige zorgverlening.

Dat betekent met name

• dat ik alert ben op situaties waarin de zorg niet voldoet aan eisen

van veiligheid en daar actie op onderneem

• dat ik alert ben op het voorkomen van fouten

• dat ik een bijdrage lever aan het creëren van een (afdelings)cultuur

waarin het voorkomen en leren van fouten gestimuleerd wordt

• dat ik fouten en incidenten aan de orde stel in het afdelings- of

multidisciplinaire overleg

• dat ik incidenten en fouten meld bij het management en via de

gebruikelijke instellingsprocedures.

 1.7 Als verpleegkundige/verzorgende lever ik mijn bijdrage aan een

verantwoorde omgang met de beschikbare middelen

Dat betekent met name

• dat ik op zorgvuldige, doelmatige en doeltreffende manier omga

met de middelen en materialen die beschikbaar zijn voor mijn

beroepsuitoefening

• dat ik een tekort aan beschikbare middelen meld bij mijn leiding

gevende

dat ik suggesties doe voor een betere omgang met de beschikbare

middelen in het teamoverleg en mijn samenwerkingsverbanden

• dat ik suggesties van anderen voor een betere omgang met de

beschikbare middelen ter harte neem.

 1.8 Als verpleegkundige/verzorgende pas ik mijn sieraden, lichaamsver-

sierende elementen en kleding aan aan de eisen van het beroep.

Dat betekent met name

• dat ik het beleid van de instelling over sieraden, lichaams-

versierende elementen en kleding volg

• Dat ik geen sieraden of lichaamsversierende elementen draag

waarmee ik de zorgvrager mogelijk kan verwonden

• Dat ik geen sieraden of lichaamsversierende elementen draag die

een bedreiging vormen voor hygiënische zorgverlening

• Dat ik zodanig gekleed ga dat ik zo min mogelijk aanstoot geef

aan zorgvragers of ongewenst gedrag uitlok.

De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de zorgvrager

2.1 Als verpleegkundige/verzorgende heb ik als uitgangspunt dat iedere

zorgvrager recht heeft op zorg.

Dat betekent met name

• dat etnische afkomst, nationaliteit, cultuur, leeftijd, geslacht,

seksuele geaardheid, ras, geloof, levensbeschouwing, politieke

overtuiging, sociaaleconomische status, lichamelijke of verstande-

lijke beperking, aard van de gezondheidsproblemen, levensstijl niet

van belang zijn voor de vraag of iemand zorg krijgt

• dat ik iedere zorgvrager en zijn naasten met hetzelfde respect

tegemoet treed.

 2.2 Als verpleegkundige/verzorgende stel ik in de zorgverlening de

belangen van de zorgvrager centraal.

Dat betekent met name

• dat ik de zorg verleen die voor deze zorgvrager nodig is

• dat ik, indien nodig, opkom voor de belangen van de zorgvrager

• dat ik op een rechtvaardige manier prioriteiten stel in de belangen

van verschillende zorgvragers die aan mijn zorgen zijn toevertrouwd

• dat ik ervoor zorg dat de gezondheid en veiligheid van de zorg-

vrager niet in gevaar komt bij arbeidsonrust en stiptheidsacties.

 2.3 Als verpleegkundige/verzorgende stem ik de zorgverlening zoveel

mogelijk af op de zorgbehoeften, waarden en normen, culturele en

levensbeschouwelijke opvattingen van de zorgvrager.

Dat betekent met name

• dat ik mij verdiep in de waarden en normen, cultuur en levens-

beschouwing van de zorgvragers waarmee ik in aanraking kom

• dat ik bij mijn zorgverlening rekening houd met de leefregels en

gewoonten die voor de zorgvrager belangrijk zijn op grond van zijn

culturele en levensbeschouwelijke identiteit voorzover dat niet

schadelijk is voor de gezondheid van de zorgvrager, niet in strijd is

met de plicht van een goed hulpverlener en rekening houdend met

de belangen van andere zorgvragers

dat ik mij bewust ben van een mogelijk verschil tussen mijn eigen

waarden en normen en de waarden en normen van de zorgvrager.

 2.4 Als verpleegkundige/verzorgende zorg ik dat er een zorgrelatie met

de zorgvrager (en/of zijn vertegenwoordiger) tot stand komt.

Dat betekent met name

• dat ik mij ervan bewust ben dat een goede zorgrelatie van belang is

voor een goede zorgverlening

• dat ik mij inzet voor een relatie met de zorgvrager (en/of zijn

vertegenwoordiger), die op wederzijds vertrouwen gebaseerd is

• dat ik mij ervan bewust ben dat de zorgvrager (en/of zijn vertegen-

woordiger) het recht heeft om de zorgrelatie niet aan te gaan of te

beëindigen en dat ik zijn beslissing respecteer

• dat ik mij er tegelijkertijd van bewust ben dat het nodig is om

sommige zorgvragers actief te blijven benaderen met een

zorgaanbod.

2.5 Als verpleegkundige/verzorgende erken en respecteer ik de rol van

de zorgvrager en zijn naasten als partners in de zorg.

Dat betekent met name

• dat ik de zorgvrager (en/of zijn vertegenwoordiger) betrek bij het

opstellen, uitvoeren en evalueren van het verpleeg- of zorgplan

• dat ik de zorgvrager stimuleer tot het nemen van verantwoordelijk-

heid voor zijn gezondheid en tot actief deelnemen aan de zorg

binnen zijn mogelijkheden

• dat ik met toestemming van de zorgvrager zijn naasten betrek bij

het opstellen, uitvoeren en evalueren van het verpleeg- of zorgplan.

 2.6 Als verpleegkundige/verzorgende zorg ik ervoor dat de zorgvrager

(en/of zijn vertegenwoordiger) de door hem benodigde informatie

ontvangt.

Dat betekent met name

• dat ik de zorgvrager in voor hem begrijpelijke taal informeer over

de zorgverlening en over de handelingen die ik uitvoer

• dat ik de zorgvrager informeer over zijn recht om een behandeling

of zorgaanbod te weigeren en over zijn recht om een klacht in te

dienen als hij ontevreden is over de zorgverlening

• dat ik de juiste hulpverlener verzoek om de zorgvrager te infor-

meren, indien ik de benodigde informatie niet zelf kan of mag

geven

• dat ik bij de zorgvrager navraag of hij de benodigde informatie

gekregen en begrepen heeft

• dat ik zo nodig informatiemateriaal verstrek als extra onder-

steuning.

2.7 Als verpleegkundige/verzorgende vraag ik de zorgvrager (en/of zijn

vertegenwoordiger) om toestemming voordat ik tot zorgverlening

overga.

Dat betekent met name

• dat ik de zorgvrager altijd uitleg wat ik ga doen en om toe-

stemming vraag voor de handeling

• dat ik de weigering van een behandeling of zorgaanbod door een

wilsbekwame zorgvrager respecteer

• dat ik de weigering van een behandeling of zorgaanbod voor de

zorgvrager door een vertegenwoordiger respecteer, tenzij respec-

teren van die weigering in strijd is met de zorg die van mij als

goed hulpverlener wordt verwacht.

2.8 Als verpleegkundige/verzorgende ga ik op verantwoorde wijze om

met de verslaglegging van gegevens van de zorgvrager in het

verpleegkundig of zorgdossier.

Dat betekent met name

• dat ik noteer welke informatie er aan de zorgvrager (en/of zijn

vertegenwoordiger) gegeven is

• dat ik noteer welke afspraken er gemaakt zijn met de zorgvrager

(en/of zijn vertegenwoordiger)

• dat ik de gegevens zo beschrijf dat er geen persoonlijke voorin-

genomenheid in doorklinkt

• dat ik alleen gegevens noteer die voor de zorgverlening aan de

zorgvrager van belang zijn.

2.9 Als verpleegkundige/verzorgende ken ik de rechten van de zorg-

vrager ten aanzien van het verpleegkundig of zorgdossier en ga daar

op verantwoorde wijze mee om.

Dat betekent met name

• dat ik de zorgvrager (en/of zijn vertegenwoordiger) wijs op de

mogelijkheid tot inzage in en het verkrijgen van een afschrift van

de vastgelegde informatie over de zorgvrager

• dat ik de zorgvrager (en/of zijn vertegenwoordiger) ook inzage in

of een afschrift van zijn dossier geef indien hij daarom verzoekt,

mits het niet gaat om mijn werkaantekeningen en de privacy van

een ander dan de zorgvrager niet wordt geschaad

• dat ik de zorgvrager (en/of zijn vertegenwoordiger) begeleiding

aanbied bij het lezen van het dossier, hun vragen over het dossier

beantwoord en verduidelijking geef

• dat ik feitelijke, persoonlijke gegevens over de zorgvrager aanpas

indien de zorgvrager (en/of zijn vertegenwoordiger) daarom

verzoekt.

2.10 Als verpleegkundige/verzorgende ga ik zorgvuldig om met vertrou-

welijke informatie over de zorgvrager.

Dat betekent met name

• dat ik aan zorgverleners, die bij de directe zorgverlening aan de

zorgvrager betrokken zijn, die informatie verstrek die zij voor de

zorgverlening aan de zorgvrager nodig hebben

• dat ik informatie over de zorgvrager ook verstrek aan zijn verte-

genwoordiger, indien de zorgvrager niet (alleen) zelf kan of mag

beslissen

• dat ik informatie over de zorgvrager verstrek indien dat wettelijk

verplicht is

• dat ik geen informatie over de zorgvrager verstrek aan anderen,

inclusief naasten, tenzij de zorgvrager (en/of zijn vertegenwoor-

diger) daarvoor toestemming heeft gegeven

• dat ik, ook tegenover naasten, geheim houd wat mij in vertrouwen

is verteld of wat mij ter kennis is gekomen en waarvan ik kan

begrijpen dat het vertrouwelijk van aard is dat ik mij ervoor inzet dat er geen informatie over de zorgvrager

via welke weg dan ook verspreid wordt naar derden en dat ik

mijzelf daar ook niet schuldig aan maak

• dat ik in uitzonderlijke gevallen mijn zwijgplicht mag verbreken

indien ik een conflict ervaar tussen mijn plicht tot geheimhouding

en mijn plicht om ernstige schade voor de zorgvrager of een ander

te voorkomen.

2.11 Als verpleegkundige/verzorgende respecteer en bescherm ik de

privacy van de zorgvrager.

Dat betekent met name

• dat ik niet onaangekondigd de ruimte waarin de zorgvrager verblijft

binnenga

• dat ik de persoonlijke eigendommen van de zorgvrager respecteer

• dat ik ervoor zorg dat persoonlijke gesprekken met de zorgvrager

buiten het gehoor van anderen plaatsvinden

• dat ik ervoor zorg dat handelingen en onderzoeken bij de zorg-

vrager buiten het zicht van anderen plaatsvinden

• dat ik inbreuken op de privacy van de zorgvrager tot een minimum

beperk.

 2.12 Als verpleegkundige/verzorgende neem ik in mijn relatie met de

zorgvrager professionele grenzen in acht.

Dat betekent met name

• dat ik geen misbruik maak van een afhankelijke positie van de

zorgvrager

• dat ik geen seksuele relatie aanga met de zorgvrager

• dat ik, werkend in een instelling, het beleid van de instelling volg

als een zorgvrager mij geld of iets anders wil schenken

• dat ik, als zelfstandig werkende, geen lening aanneem van de zorg-

vrager en geen gift in natura, geld of geschenk accepteer als het

meer is dan een symbolisch gebaar van dank

• dat ik aan de zorgvrager mijn eigen grenzen duidelijk maak

• dat ik hulp vraag bij collega’s of leidinggevenden indien de profes-

sionele grenzen dreigen te vervagen.

 2.13 Als verpleegkundige/verzorgende heb ik het recht om op grond van

gewetensbezwaren te weigeren om mee te werken aan bepaalde

handelingen.

Dat betekent met name

• dat ik (medewerking aan) handelingen kan weigeren als deze mij

in ernstig conflict brengen met mijn levensovertuiging of persoon-

lijk waarden- en normenbesef

• dat ik bij mijn aanstelling mijn gewetensbezwaren kenbaar maak

aan de instelling en/of de zorgvrager

• dat ik een verandering van mijn gewetensbezwaren tijdig kenbaar

maak aan de instelling en/of de zorgvrager

• dat ik, werkend in een instelling, bij gewetensbezwaren mijn zorg-

taak teruggeef aan mijn leidinggevende

• dat ik, als zelfstandig werkende, bij gewetensbezwaren ervoor zorg

dat de zorg aan de zorgvrager gecontinueerd wordt

• dat ik wel de zorg verleen, die niet direct in relatie tot de hande-

ling of ingreep staat waartegen ik gewetensbezwaren heb, tenzij

die zorg door een collega wordt overgenomen.

De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot andere zorgverleners

 

3.1 Als verpleegkundige/verzorgende werk ik samen met andere zorg-

verleners om de zorgvrager de benodigde zorg te geven.

Dat betekent met name

• dat ik mij inzet voor een goede samenwerking met andere

betrokken zorgverleners om gezamenlijk goede zorg aan de zorg-

vrager te geven

• dat ik mijn deskundigheid, ervaring en visie deel met de andere

betrokken zorgverleners met het oog op goede zorgverlening aan

de zorgvrager

• dat ik mij inzet voor een open overleg en gedeelde besluitvorming

met andere betrokken zorgverleners om zo te komen tot goede

zorgverlening aan de zorgvrager.

3.2 Als verpleegkundige/verzorgende respecteer ik de deskundigheid,

ervaring en bijdragen van andere zorgverleners.

Dat betekent met name

• dat ik andere zorgverleners met respect behandel

• dat ik open sta voor de bijdragen van de andere betrokken zorg-

verleners

• dat ik met de andere betrokken zorgverleners probeer verschillen

van mening over goede zorg voor de zorgvrager op een construc-

tieve en respectvolle manier op te lossen om tot optimale zorgver-

lening te komen.

3.3 Als verpleegkundige/verzorgende overzie en bewaak ik de zorg rond

de zorgvrager.

Dat betekent met name

• dat ik mij ervoor inzet dat de zorg verloopt volgens het vast-

gestelde verpleeg- of zorgplan

• dat ik eventuele hiaten of knelpunten in de zorg aan de orde stel

als er verschillende zorgverleners bij de zorgverlening betrokken

zijn

3.4 Als verpleegkundige/verzorgende blijf ik bij het overdragen van

taken aan andere zorgverleners erop letten dat de kwaliteit van de

zorgverlening aan de zorgvrager gewaarborgd is.

Dat betekent met name

• dat ik bij het overdragen van taken aan andere zorgverleners naga

of deze zorgverleners ook de kennis en vaardigheden bezitten om

de opgedragen taak uit te voeren

• dat ik de zorgverleners, aan wie ik taken overgedragen heb, steun

en, indien nodig, van informatie en middelen voorzie om de zorg-

verlening te verbeteren.

3.5 Als verpleegkundige/verzorgende neem ik in mijn relatie met andere

zorgverleners professionele grenzen in acht.

Dat betekent met name

• dat ik aan andere zorgverleners mijn eigen grenzen duidelijk maak

• dat ik hulp vraag bij collega’s of leidinggevenden indien de profes-

sionele grenzen dreigen te vervagen

• dat ik geen misbruik maak van een afhankelijke positie van een

andere zorgverlener.

3.6 Als verpleegkundige/verzorgende bescherm ik de zorgvrager tegen

onethische, incompetente, onveilige of anderszins tekortschietende

zorgverlening van andere zorgverleners.

Dat betekent met name

• dat ik naga welke redenen ik heb voor mijn vermoeden van tekort-

schietende zorg en dat ik, indien nodig, naga hoe de zorgvrager

het beste beschermd kan worden

• dat ik in eerste instantie de betreffende zorgverlener aanspreek op

zijn of haar tekortschietende zorgverlening en, indien mogelijk,

hem/haar ondersteun bij (het zoeken van hulp voor) verbetering

van haar zorgverlening

• dat ik mijn leidinggevende op de hoogte stel van (mijn vermoeden

van) tekortschietende zorg van de andere zorgverlener, als een

gesprek met die zorgverlener niet mogelijk is of niet tot het

gewenste resultaat heeft geleid dat ik in de verschillende gesprekken de mogelijk negatieve of

schadelijke gevolgen voor de rechten, het belang, het welzijn en

de veiligheid van de zorgvrager en voor de integriteit van de

professionele beroepsuitoefening aan de orde stel

• dat ik, indien nodig, tekortschietende zorg bij een klachten-

commissie of bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg meld.

• dat ik, indien nodig, de tekortschietende zorg via de vastgestelde

procedures aan de verantwoordelijke instantie meld.

3.7 Als verpleegkundige/verzorgende steun ik andere zorgverleners, die

zich volgens de beroepscode willen gedragen, maar daarbij

problemen ondervinden.

Dat betekent met name

• dat ik collega’s ondersteun als zij niet weten hoe zij in een

bepaalde situatie volgens de beroepscode kunnen handelen

• dat ik zorgverleners steun, die tekortschietende zorgverlening aan

de orde stellen

• dat ik zorgverleners persoonlijk steun als zij nadelige gevolgen

ondervinden van het handelen volgens de beroepscode

• dat ik zorgverleners steun bij het nemen van formele stappen.

3.8 Als verpleegkundige/verzorgende draag ik bij aan de ontwikkeling,

implementatie en evaluatie van het beleid van de instelling of orga-

nisatie waar ik werk.

Dat betekent met name

• dat ik vanuit mijn professionele perspectief een bijdrage lever aan

de ontwikkeling van het beleid van de instelling of organisatie

• dat ik naga of het beleid in overeenstemming is met de voor-

waarden voor een verantwoorde beroepsuitoefening en verant-

woorde zorg voor de zorgvragers

• dat ik conflicten tussen het beleid en de voorwaarden voor een

verantwoorde beroepsuitoefening en verantwoorde zorg voor de

zorgvragers aan de orde stel bij mijn directe leidinggevende.

De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de samenleving

4.1 Als verpleegkundige/verzorgende draag ik, binnen het domein van

de zorg, bij aan de bevordering van de volksgezondheid.

Dat betekent met name

• dat ik bijdraag aan de gezondheidsopvoeding en voorlichting van

de bevolking vanuit mijn professionele deskundigheid

• dat ik bijdraag aan het bestrijden van de gezondheidsbedreigende

factoren vanuit mijn professionele deskundigheid

• dat ik gezondheidsbedreigende factoren signaleer, zoals slechte

sociale en economische omstandigheden (armoede), milieu-

vervuiling, onhygiënische leef- en werkomgevingen, slechte toe-

gang tot de gezondheidszorg voor bepaalde groepen zorgvragers

• dat ik die gezondheidsbedreigende factoren rapporteer bij de

geëigende instanties (Inspectie voor de Gezondheidszorg).

4.2 Als verpleegkundige/verzorgende werk ik mee aan wetenschappelijk

onderzoek gericht op de verbetering van de volksgezondheid en de

individuele zorg voor zorgvragers.

Dat betekent met name

• dat ik vanuit mijn professionele deskundigheid zelf onderzoek

uitvoer of mijn bijdrage lever aan onderzoek van mijn eigen

beroepsgroep en van andere disciplines

• dat ik alleen onderzoek uitvoer of meewerk aan onderzoek met

zorgvragers indien dat onderzoek op ethisch verantwoorde wijze

wordt uitgevoerd en de zorgvrager zijn toestemming heeft

gegeven voor deelname aan het onderzoek

• dat ik alleen meewerk aan medisch wetenschappelijk onderzoek

indien dat onderzoek is goedgekeurd door een medisch-ethische

toetsingscommissie en de zorgvrager zijn toestemming heeft

gegeven voor deelname aan het onderzoek

• dat ik bij een onderzoek met zorgvragers het belang van de zorg

vrager voorop stel

4.3 Als verpleegkundige/verzorgende ondersteun ik activiteiten van de

beroepsgroep om voorwaarden te scheppen voor een verantwoorde

beroepsuitoefening.

Dat betekent met name

• dat ik een bijdrage lever aan het optimaliseren van de voor-

waarden voor een verantwoorde beroepsuitoefening

• dat ik ontwikkelingen signaleer, knelpunten bespreek en bijdraag

aan de uitvoering van oplossingen.

4.4 Als verpleegkundige/verzorgende verleen ik ook buiten mijn werk-

omgeving vanuit mijn professionele deskundigheid zorg aan iedere

persoon die behoefte heeft aan spoedeisende zorg.

Dat betekent met name

• dat van mij als verpleegkundige/verzorgende bij spoedeisende

zorg naast mijn normale burgerplicht ook professionele inzet

wordt verwacht.

4.5 Als verpleegkundige/verzorgende draag ik bij aan de bescherming

van het milieu binnen het domein van de zorg.

Dat betekent met name

• dat ik op verantwoorde manier om ga met wegwerpmateriaal en

met schaarse hulpbronnen als energie en water

• dat ik op verantwoorde manier met medisch afval, gebruikte

materialen en mogelijk besmette secretie- en excretieproducten

omga, zoals het gescheiden verzamelen en afvoeren van (moge-

lijk) besmet patiëntenmateriaal, medicijnen, naalden en spuiten,

radioactief afval

• dat ik anderen wijs op en stimuleer tot een verantwoorde manier

van omgaan met wegwerpmateriaal, water, energie en met

medisch afval, gebruikte materialen en mogelijk besmette

secretie- en excretieproducten volgens vastgestelde richtlijnen en

voorschriften

4.6 Als verpleegkundige/verzorgende zet ik mij, individueel en collectief,

in voor een rechtvaardige verdeling van en verantwoorde omgang

met beschikbare middelen

Dat betekent met name

• dat ik, eventueel via professionele organisaties, de verdeling van

en omgang met de beschikbare middelen kritisch volg

• dat ik, eventueel via professionele organisaties, de overheid wijs

op gezondheidszorgbehoeften van de bevolking en de middelen,

die daarvoor nodig zijn

• dat ik, eventueel via professionele organisaties, suggesties voor

een rechtvaardige verdeling van en verantwoorde omgang met

beschikbare middelen onder de aandacht van de overheid breng.

 

4.7 Als verpleegkundige/verzorgende werk ik niet mee aan (commerciële) activiteiten die de onafhankelijkheid, de betrouwbaarheid en

de geloofwaardigheid van mijzelf en/of van de beroepsgroep

aantasten.

Dat betekent met name

• dat ik niet in een reclame een geneesmiddel aanprijs

• dat ik bij zorgverlening aan een zorgvrager alleen producten

aanbeveel, die volgens de professionele standaard de aangewezen

producten zijn voor de behoefte van de zorgvrager.